Klaagliederen lectio prima (Willem Verkaik): Difference between revisions
m (Text replace - " Finale 2004] " to " {{mus}}] ") |
m (Text replace - "MUS}} {{mus}}] {{Editor|Willem Verkaik|2013" to "MUS}} Finale 2004] {{mus}} {{Editor|Willem Verkaik|2013") |
||
Line 2: | Line 2: | ||
{{Legend}} | {{Legend}} | ||
* {{CPDLno|30054}} [{{filepath:Verkaik-Klaagliederen1.pdf}} {{pdf}}] [{{filepath:Klaagliederen1_5st.mid}} {{mid}}] [{{filepath:Klaagliederen1_5st.MUS}} {{mus}} | * {{CPDLno|30054}} [{{filepath:Verkaik-Klaagliederen1.pdf}} {{pdf}}] [{{filepath:Klaagliederen1_5st.mid}} {{mid}}] [{{filepath:Klaagliederen1_5st.MUS}} Finale 2004] {{mus}} | ||
{{Editor|Willem Verkaik|2013-09-04}}{{ScoreInfo|A4|11|165}}{{Copy|CPDL}} | {{Editor|Willem Verkaik|2013-09-04}}{{ScoreInfo|A4|11|165}}{{Copy|CPDL}} | ||
:'''Edition notes:''' | :'''Edition notes:''' |
Revision as of 03:15, 26 December 2014
Music files
ICON | SOURCE |
---|---|
File details | |
Help |
- CPDL #30054: Finale 2004
- Editor: Willem Verkaik (submitted 2013-09-04). Score information: A4, 11 pages, 165 kB Copyright: CPDL
- Edition notes:
General Information
Title: Klaagliederen
Composer: Willem Verkaik
Number of voices: 5vv Voicing: SATTB
Genre: Sacred, Lamentation
Language: Dutch
Instruments: A cappella
Published: 2001
Description: Lamentations of Jeremiah 1:1-5
External websites:
Original text and translations
Dutch text
Incipit Lamentatio Jeremiae Prophetae.
Aleph,
Ach, hoe eenzaam is de volkrijke stad.
De heerseres over de volken is nu een weduwe, de vorstin der gewesten nu onderhorig.
Beth,
Luidop schreit zij, over haar wangen stromen de tranen, iedere nacht.
Geen van haar minnaars komt haar nog troosten;
ontrouw werden alle vrienden nu haar vijanden.
Ghimel,
Geknecht en verdrukt leeft Juda verbannen onder de volken, het vindt geen rust, door de vervolgers achterhaald en in het nauw gedreven.
Daleth,
Hoe troosteloos zijn de wegen naar Sion, geen feestgangers komen er meer: de poorten liggen in puin, de priesters klagen, de meisjes treuren: rampzalig is de stad.
He,
De overheersers zijn gelukkig: de stad is in hun macht.
Om haar vele misdaden heeft de Heer haar geslagen.
De kinderen gaan gevangen voor de vijand uit.
Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum.